Cie RU

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, VVD, SP en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
GL informeert naar het verslag van de bijeenkomst op 18 november jl. over deze plannen. GL informeert naar de noodzaak van de realisatie van de woningen en het feit dat deze in het waterbergingsgebied zijn gesitueerd. GL vindt de realisatie van de boskamers een noodzakelijke voorwaarde voor het plan.
VVD vindt het een helder kwaliteitskader en merkt op dat de bewonerssentimenten overwegend positief zijn. VVD informeert naar de wijze waarop de initiatiefnemer de afname van het waterbergend vermogen gaat compenseren zonder dat het afbreuk doet aan het kwaliteitskader.
CDA is van mening dat het goed is dat er een kwaliteitskader ligt en informeert waarom deze er nu pas is. Tevens informeert het CDA naar water als bouwsteen en het bindende karakter van het kader. CDA staat positief tegenover het plan, mits dat het bij kleinschalige bebouwing blijft.
LVR is positief over het kwaliteitskader voor Ool, het is een uitstekende ontwikkeling die snel van start moet gaan, maar is negatief over de gevoerde procedure en het niet beantwoorden van de diverse vragen van de LVR.
LVR complimenteert Van Appeven met het feit dat het de omgeving wil verlossen van meer overlast en een kwaliteitsimpuls wil toevoegen aan Ool.
LVR informeert naar de invulling van het gebouw met een maatschappelijke functie en is van mening dat een klein seniorenhofje op die locatie prima zou passen.
SPR benadrukt het belang van het gebied voor de waterberging. SPR wil graag een mix van senioren- en starterswoningen gerealiseerd zien en informeert of Ool geen beschermd dorpsgezicht is.
SP vind het een prachtig en kwetsbaar gebied en is van mening dat het binnengebied zoveel mogelijk onaangetast moet blijven. SP pleit voor de realisatie van kleinschalige en betaalbare woningbouw.

Wethouder Waajen gaat in op de vragen en gemaakte opmerkingen. Zij gaat onder andere in op het bouwen in het waterbergingsgebied, water als gebiedskenmerk, het bindende karakter van het kader voor het college en het gebouw met de maatschappelijke functie. Zij deelt mede dat het kader niet is toegeschreven naar de plannen die er al lagen, maar er is geheel in het licht van de nieuwe omgevingswet gekeken naar wat passend is in deze kwetsbare kleine kern. Deze nieuwe manier van werken kostte extra tijd

Wethouder Waajen deelt mede dat het verslag van 18 november jl. kan worden verstrekt. Tevens merkt ze op goed naar de verkeerssituatie te kijken en het idee om de Schuttersweg bij een goede verkeersdoorstroming te betrekken mee te nemen in de verdere planvorming.

Wethouder Waajen zegt toe de vraag waar de persoonlijke beleidsopvattingen staan schriftelijk te beantwoorden. Tevens zal ze nagaan of er vóór 7 oktober jl. al een ander concept is geweest en of Ool een beschermd dorpsgezicht is.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR en GL.

LVR merkt op dat na het verschijnen van het krantenartikel op 15 oktober jl. snel is gereageerd door de wethouder en de zaak goed is opgepakt.

Naar aanleiding van een vraag van GL gaat de wethouder in op de voortgang in deze zaak.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, VVD, SP en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
VVD merkt op door de realiteit ingehaald te zijn, in een bijeenkomst in de Tuinzaal heeft namelijk intensief overleg plaatsgevonden tussen de stakeholders en lijkt er sprake te zijn van een toenadering. VVD wijst erop dat het van belang is dat het café behouden blijft en informeert naar de mogelijkheid om het aan te wijzen als gemeentelijk monument.
CDA vindt het goed dat mensen initiatief nemen om lelijke huizen mooier te maken en vindt het begrijpelijk dat er emoties zijn. CDA vraagt aandacht voor de parkeerdruk in het gebied.
LVR vindt het goed dat er een kwaliteitsimpuls komt. LVR merkt op dat de mensen met elkaar in gesprek zijn. Op het moment dat deze er samen uitkomen, dient de gemeente dit niet te verstoren door bijvoorbeeld een kader op te stellen.
SPR merkt op dat de mensen in gesprek zijn en hoopt dat er samen een oplossing gevonden wordt.
SP heeft er vertrouwen in dat de mensen die nu aan het overleggen zijn tot een goed plan komen. SP stoort zich aan de hoogbouw maar vindt het fijn dat nu burgerparticipatie wordt benut.
GL merkt op dat parkeren en de toenemende verkeersdruk een probleem blijft. GL informeert of van de parkeernorm kan worden afgeweken en of creatieve oplossingen kunnen worden bedacht om de parkeerdruk te verminderen. GL merkt op dat de partijen goed met elkaar in gesprek zijn en dat burgerparticipatie een goede plek gekregen heeft.

Wethouder Waajen gaat in op de vragen en gemaakte opmerkingen. Zij deelt onder andere mede dat de diverse partijen goed met elkaar om tafel zijn gaan zitten en het ziet ernaar uit dat er samen uitgekomen wordt. Tevens merkt ze op dat het hier niet noodzakelijk is om eerst een ruimtelijk kader op te stellen en dat ook voor de parkeernorm een oplossing gevonden wordt.

Wethouder Waajen zegt toe mee te werken aan een cultuurhistorische waardebepaling van café Braam.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA en D66.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
D66 merkt op dat tijdens het werkbezoek een uitvoerige toelichting is gegeven en is ervan overtuigd dat de tunnel, gezien de mogelijkheden, goed is gerenoveerd. D66 is verheugd met de mooie tunnel.
GL deelt mede een goede uitleg te hebben gekregen over de gekozen oplossingen.
CDA merkt op minder tevreden te zijn met de afwerking van sommige onderdelen.
LVR wil graag een reactie op de brief van het Stadslab van 27 januari jl. en de woorden van het CDA.

Wethouder Evers gaat in op de vragen en gemaakte opmerkingen, onder andere op de vraag van CDA over de afwerking. Hij deelt mede dat tijdens het werkbezoek per constatering van het Stadslab de genomen maatregelen zijn besproken. Het verslag van dit werkbezoek en een reactie op de motie van de LVR en de schriftelijke vragen van GL zijn verwerkt in een commissieinformatiebrief.

Wethouder Evers spreekt zijn dank uit voor de complimenten. Hij verzoekt de commissie te melden als er behoefte is om een schouw op locatie te doen, dan wordt dit opgepakt en geregeld.

Afgesproken wordt dat de commissie een afschrift ontvangt van het antwoord van het college op de laatste brief van het Stadslab.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
SPR informeert of er ondertussen contact is geweest met de bewoners van de Arlo-flat en wat er dan is uitgekomen.
GL informeert of er overleg is geweest tussen BAC en de gemeente Roermond en of er middelen zijn om deze milieubewuste burgers tegemoet te komen.
GL informeert naar de mogelijkheid om bij alle ondergrondse afvalcontainers in Roermond de gelegenheid te geven tot het scheiden van plastic.
LVR sluit aan bij de vragen van GL.

Wethouder Evers deelt mede dat de opdracht om ambtelijk contact te leggen met de bewoners van de Arlo flat reeds is uitgezet en gaat in op het scheiden van plastic in de gemeente Roermond. Hij merkt op dat tezamen met de bewoners van de Arlo flat wordt nagegaan of er in de buurt een locatie is waar het plastic afval centraal kan worden ingezameld.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, VVD en SP.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
VVD wijst op het klemmende beroep van de voorzitter BIZ op de gemeente over de ontwikkeling van het vastgoed en de leegstand en merkt op dat er intussen ook twee artikelen in De Limburger over zijn verschenen. VVD merkt op dat het lijkt dat de gemeente haar regiefunctie niet vervult en informeert naar de ontwikkelingen bij het pand van V&D.
LVR luidt al jaren de noodklok over de leegstand, is van mening dat het stadsbestuur te weinig flexibel is, vindt dat het allemaal erg lang duurt en maakt zich grote zorgen. De gemeente moet aanjager zijn, door er bijvoorbeeld voor te zorgen dat het outlet meer bij de binnenstad betrokken wordt en na te gaan of scholen terug kunnen komen in de stad. LVR deelt mede dat er behoefte is aan flinke parkeervoorzieningen. Tevens is LVR van mening dat bij het zoeken naar een oplossing de vastgoedsector er bij betrokken moet worden en informeert waarom de stichting Stadsherstel niet ingezet kan worden. LVR wil vooruit kijken en meedenken en is van mening dat er voldoende Roermondenaren zijn die zonder winstoogmerk een kwaliteitsimpuls willen geven aan de binnenstad.
GL is van mening dat getracht moet worden om de oude Roermondse identiteit als ambachtsstad terug te krijgen. Het is van belang dat iedereen, maar zeker ook de ondernemers, hieraan een wezenlijke bijdrage leveren.
SP ziet mogelijkheden door het terugbrengen van scholen en wonen in de binnenstad, het is aan de gemeente om hierin mee te denken. SP is van mening dat ondernemers ook zeker betrokken zijn bij de binnenstad en dat er positieve dingen van deze ondernemers verwacht kunnen worden.

Wethouder Waajen gaat in op de vragen en gemaakte opmerkingen. Zij merkt op dat ze de zorgen deelt, het gaat niet goed met Roermond. De bezoekersaantallen blijven bijvoorbeeld dalen, de leegstand neemt toe en grotere ketens trekken weg uit Roermond. Het doet haar pijn dat ze voor Roermond slechte cijfers moet gaan melden, deze worden middels een raadinformatiebrief verzonden.

Wethouder deelt mede veel overleg te hebben met BIZ en het Citymanagement en geeft aan niet blij te zijn met de publicaties in de krant. Tevens merkt ze op dat serieus naar het idee betreffende stichting Stadsherstel is gekeken.

Er moeten pijnlijke keuzes gemaakt worden en wethouder Waajen wil graag hierover met de raad van gedachten wisselen. Afgesproken wordt dat in de komende raadsvergadering van 13 februari a.s. gesproken wordt over de wijze waarop college en raad met elkaar in gesprek gaan over vastgoed en retail in de binnenstad.