Cie RU

Naar aanleiding van een vraag van de VVD gaat wethouder Evers in op de toelichting betreffende het voorstel over de uitkomsten 12 onderzoeksvragen inzake Stationsvisie.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, DS, D66, VVD, SP en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
D66 vindt het een goed plan en is het eens met alle beslispunten. D66 informeert of het plaats bieden aan internationale buslijnen op de langere termijn een optie is.
DS merkt op dat diverse partijen zich hebben gemeld voor overname van Godsweerdersingel 10 met een functie die past bij het gebied. DS informeert hoe concreet de plannen zijn en naar functies waaraan gedacht moet worden. DS verzoekt de voor- en nadelen van het al dan niet slopen van Godsweerdersingel 10 goed naast elkaar te zetten en is van mening dat, met het oog op de risico's, overeenstemming met de spoorse partners noodzakelijk is.
GL informeert naar de mogelijke gevolgen van besluitpunt 4 voor de onderhandelingen en naar de consequenties als de deadline niet gehaald wordt door de aannemer.
CDA merkt op dat de technische tekeningen op pagina 8 en 9 van het Projectplan niet geheel duidelijk zijn en er niet ingezoomd kan worden op de specificaties. CDA verzoekt om goed naar de boomkeuze te kijken in verband met de mogelijke omvang en informeert naar de verplaatsing van de bloemenzaak.
LVR merkt op dat besluiten op diverse momenten gepland zijn en verzoekt om deze te bundelen en op één moment in het najaar van 2020 aan de raad ter besluitvorming voor te leggen. LVR uit haar zorgen over het feit dat op cruciale functies vacatures zijn en informeert waar de fietsers worden geplaatst in het project. LVR is van mening dat op formele wijze afspraken moeten worden gemaakt met de spoorse partners.
VVD merkt op dat het voorliggende besluit niet geheel correct is. Het besluit ligt niet in het verlengde van het raadsvoorstel en ten aanzien van Godsweerdersingel 10 zijn er nog onduidelijkheden. Tevens deelt VVD mede niet alle antwoorden op de 12 onderzoeksvragen terug te hebben kunnen vinden.
SPR informeert of ook rekening is gehouden met de gevolgen van de PAS en PFAS. Tevens informeert SPR of inderdaad al begonnen wordt met het busstation maar dat nog geen overeenstemming is met de partners.
SP informeert naar de invulling van de vacatures, de doorstroming bij kiss en ride zones en naar de overlap met werkzaamheden aan de N280.

De heer Das gaat onder andere in op de overkappingen bij het busstation, het projectteam, kiss and ride plaatsen en het contact met de veiligheidsdiensten.

Wethouder Evers gaat in op de vragen en gemaakte opmerkingen. Hij gaat onder andere in op de sanering van de sporen, stalling van fietsen, financiële consequenties, overlap met werkzaamheden N280 en de wijze waarop burgerparticipatie heeft plaatsgevonden. Hij merkt op, dat er doorlopend contact is met de provincie over dit project, tevens gaat hij in op het overleg met de spoorse partners.

Wethouder Evers deelt onder andere mede in het voorstel betreffende de Godsweerdersingel 10 ook het sloopscenario beter uit de verf te laten komen, zodat een integrale afweging kan worden gemaakt tussen de diverse scenario’s.

Wethouder Evers deelt mede een betere digitale versie te verstrekken van de technische tekeningen op pagina 8 en 9 van het Projectplan waarop beter kan worden ingezoomd of anders analoge tekeningen ter inzage te leggen.

In reactie op vragen van de VVD zegt wethouder Evers toe op de groene flap de 12 onderzoeksvragen kort te beantwoorden.

Naar aanleiding van een vraag van de LVR deelt wethouder Evers mede dat in de planning in het raadsvoorstel de start van de werkzaamheden betreffende het busstation moet worden verzet van februari naar april 2020.

Wethouder Evers zegt toe na te gaan of het besluitvormingsproces over het onderdeel Godsweerdersingel 10 kan worden verschoven naar het najaar. Tevens wordt nagegaan of de formulering van beslispunt 4 uit het besluit aangepast moet worden. Op de groene flap wordt op beide punten ingegaan.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, DS, D66, VVD, SP en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
SP merkt op dat er veel klachten zijn over het nieuwe stuk van de Donderbergweg en informeert of er bereidheid is om dit in de plannen op te nemen. SP verzoekt om de scholen actief het programma voor gedragsverandering aan te bieden.
SPR vindt gedragsbeïnvloeding van schooljeugd maar ook van de ouders noodzakelijk. SPR informeert naar de wijze van handhaving. SPR merkt op dat we een fietsvriendelijke stad zijn en informeert in hoeverre de fietsersbond hierin is meegenomen.
VVD is verheugd met het voorliggende plan maar merkt op er weinig over handhaving in terug te vinden. VVD merkt op dat het overzicht op pagina 34 duidelijk is, maar verzoekt om dit over te brengen naar de betrokkenen.
LVR vindt het positief dat de lijst nu langer is, maar er zijn meer straten die onveilig zijn. LVR merkt op bijvoorbeeld de Structuurweg in Ool te missen. LVR informeert naar de wijze waarop wordt gemonitord, naar de relatie met de provincie betreffende cofinanciering, naar de wijze waarop de planning tot stand is gekomen en de wijze van handhaving. LVR merkt op dat 2024+ zeer rekbaar is en informeert of meer gedetailleerd kan worden weergegeven hoe de planning is voorzien.
CDA merkt op dat Roermond zuid een knelpunt vormt. Daar is de laatste 20 jaar veel ontwikkeld, zijn er veel vervoersbewegingen en is de belasting van het wegennet drastisch toegenomen. CDA pleit ervoor om deze wegen eerder dan 2024 in de planning op te nemen. CDA merkt op dat vrijliggende fietspaden (en dan vooral de tweezijdige fietspaden) niet altijd veilig zijn.
GL is verheugd dat er een goed meerjarig uitvoeringsplan ligt, dat niet alleen een financiële doorkijk geeft. GL uit haar waardering voor het burgerparticipatietraject.
DS is tevreden over het feit dat ook gekeken is naar subjectief veiligheidsgevoel. DS kan zich vinden in de oplosrichtingen en ook meer handhaven kan op steun van DS rekenen. DS uit ook haar zorgen over de financiën en over het gebrek aan ambtelijke capaciteit. DS merkt op dat door burgerparticipatie gedragen oplosrichtingen kunnen worden gecreëerd.
D66 heeft lof voor het plan, het is een alomvattend plan. D66 informeert of overwogen wordt om op bepaalde plekken de snorfiets te weren en op de rijbaan te verplichten met helm. D66 merkt op dat oversteekbaarheid van wegen een punt van aandacht moet zijn.

Wethouder Evers gaat in op de vragen en gemaakte opmerkingen. Hij gaat onder andere in op onderwijs en gedragsbeïnvloeding, de financiële consequenties, de ambtelijke capaciteit, de wijze van monitoren en de wijze waarop de planning tot stand is gekomen. In reactie op vragen van D66 merkt hij op de landelijke discussie over welke plek de brom- en snorfietsen innemen te willen afwachten. Verder deelt hij mede met de provincie om tafel te zitten betreffende extra financiële ondersteuning voor deze projecten.

Door diverse fracties wordt geïnformeerd naar de kosten per project, op basis waarvan keuzes gemaakt kunnen worden. Wethouder Evers deelt mede dat op pagina 36 een overzicht staat van projecten waarmee de grootste kosten gemoeid zijn. Verder merkt hij op dat in het verkeersveiligheidsplan al een prioritering zit. In het geval de raad het niet eens is met deze prioritering kan de raad dit in de komende raadsvergadering aangeven en vindt aanpassing plaats, daarna vindt verdere uitwerking plaats richting de kadernota.

Wethouder Evers zegt toe na te gaan of de drie dodelijke ongelukken, zoals vermeld in het plan, voldoen aan de definitie van een black spot en te noteren op de groene flap.