Cie RU

De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

In reactie op een vraag van GL deelt wethouder Waajen mede dat het erg lastig is om een datum te koppelen aan het agenderen van de lokale woonvisie. Het vierde kwartaal kan worden genoteerd, maar mogelijk is het voorstel eerder klaar.

De besluitenlijsten worden ongewijzigd vastgesteld.

Er is een vraag van de heer De Kunder ontvangen en deze wordt conform afspraak schriftelijk beantwoord.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, DS, VVD, D66 en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
CDA merkt op dat het over het brede proces gaat en niet over de casussen. CDA informeert op welk wijze de uitkomsten van dit onderzoek moeten landen, op welke wijze kan procesmatig de kaderstellende en controlerende rol van de raad worden versterkt, wat is daarvoor nodig. Dit kan bijvoorbeeld worden verwerkt in de P&C-cyclus (waarbij het ook van belang is om afwijkingen te delen), maar uitgangspunt is dat een stapeling van rapporten vermeden moet worden.
CDA informeert of het realistisch is om conform punt 3 van het besluit in het eerste kwartaal van 2022 een uitvoeringsplan te bespreken. Het is ook mogelijk om alvast in gesprek te gaan en het over te dragen naar een volgende raad.

DS merkt op dat het lastig is om een scheidslijn aan te brengen in hetgeen je als raad nodig hebt om goed te functioneren. Momenteel wordt de raad de ene keer zeer uitgebreid geïnformeerd en de andere keer, bij projecten, zou het meer mogen zijn. DS informeert naar het verschil tussen visie en uitvoeringsbeleid. DS is van mening dat niet standaard elke twee jaar een integrale voortgangsrapportage betreffende visiedocumenten dient te worden voorgelegd, maar pas als er aanleiding voor is. DS twijfelt aan het onderschrijven van alle aanbevelingen.

VVD gaat in op de 12 knooppunten, de voortgangsrapportage betreffende toekomstvisie 2030, de reactie van het college en de archivering op het gebied van de ruimtelijke ordening. VVD merkt op dat het abstractieniveau van het rapport hoog is en de meningen verdeeld zijn. VVD vraagt zich af hoe ver je moet gaan in het afleggen van integrale verantwoording. Er dient met elkaar in gesprek te worden gegaan over de verbindingslijnen, de knooppunten, prioriteitstellingen en personele capaciteit. De vraag is of dit rapport in deze fase al tot een besluit moet leiden. Het rapport moet breed worden opgepakt, waarbij de omgevingswet als voorbeeld kan worden genoemd.

D66 merkt op dat bij dit onderzoek ook interviews zijn gedaan en informeert of het niet raadzaam is om ook raadsleden te bevragen in de toekomst. Verder merkt D66 op dat in het nawoord staat vermeld dat de raad onvoldoende in de gelegenheid wordt gesteld de voortgang van projecten onder meer in samenhang met oorspronkelijke visiedocumenten te volgen en dat dit in het oorspronkelijke rapport zelf milder is genoteerd.

SPR informeert of het ooit goed komt met het kaderstellen en controleren door de raad in Roermond. De raad is goed in het maken van beleid maar slecht in het evalueren ervan. SPR merkt op dat informatie en antwoorden van het college vaak lang op zich laten wachten. SPR informeert of geconcludeerd mag worden dat de archivering nog steeds niet op orde is.

LVR merkt op dat de controlerende taak misschien wel de belangrijkste taak is van de raad van Roermond. Het is aan de raad om te beoordelen of verstrekte informatie nodig was of niet, de raad wordt nu onvoldoende in stelling gebracht.
Het verbeteren van de processen is niet iets van de korte termijn, dit dient ook met de nieuwe raad besproken te worden. LVR plaatst derhalve ook vraagtekens bij punt 3 van het besluit.

GL onderstreept het belang van het smart maken, het vastleggen van een tijdpad en keuzes die navolgbaar zijn. Daarbij dienen niet alleen de financiële gevolgen in kaart te worden gebracht, maar ook bijvoorbeeld de gevolgen voor de leefruimte. GL omarmt de aanbevelingen en wil graag op korte termijn het gesprek aangaan op welke wijze deze kunnen worden verankerd, GL is dan ook voorstander van het vaststellen van punt 3 van het besluit. Als voorbeeld wordt het toevoegen van majeure projecten als vast punt op de agenda van een commissie gegeven.

De heer Op de Laak gaat in op de diverse vragen en antwoorden. Hij merkt onder andere op dat in het verleden, nu en in de toekomst altijd integrale verantwoording nodig is om de controlerende taak uit te kunnen oefenen. Het is aan de raad om te bepalen op welke wijze (wat zijn de set van afspraken) dit dient plaats te vinden, zodat de raad in de toekomst op een adequate wijze wordt geïnformeerd en daarmee wordt beantwoord aan de doelstelling.

Wethouder Waajen onderschrijft het doel om vooruit te kijken, kijk naar jezelf, kijk naar de processen, ga in overleg met elkaar en ga na of er verbeterslagen gemaakt kunnen worden.

Wethouder Waajen merkt op dat het belangrijk is om helder te hebben welke opdracht er precies wordt weggezet naar het college, het is van belang om daar met elkaar over in gesprek te gaan. Het is tevens aan de raad om te beslissen of het aanleveren van een uitvoeringsplan in het eerste kwartaal prioriteit heeft of dat het doorgeschoven wordt naar een later tijdstip. Wethouder Waajen heeft de voorkeur om dit serieus en zorgvuldig op te pakken en daar tijd voor te nemen.

De commissie acht dit stuk rijp voor behandeling in de raad. Agendering als bespreekstuk.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, VVD en SPR.

De fracties kunnen instemmen met het voorstel en zijn benieuwd naar de uitkomsten van de draagvlakmeting die nu kan plaatsvinden.

Wethouder Waajen zegt toe op de groene flap een antwoord te verzorgen op de vraag van de LVR of een poging is gedaan om de Vrijbuiter en de Decathlon er dit keer ook bij te betrekken.

De commissie acht dit stuk rijp voor behandeling in de raad. Agendering als hamerstuk.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, DS, VVD, D66 en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
GL valt het op dat diverse kosten op ruimtelijk gebied doorgeschoven zijn naar 2022. GL informeert hoe de projecten verlaging dam lateraal kanaal en hoogwaterbescherming bedrijventerrein Willem Alexander zich tot elkaar verhouden. GL vraagt of er al rekening wordt gehouden met een mogelijke toename van het aantal containervervoerbewegingen als gevolg van de ontwikkelingen in Elmpt.
CDA mist een doorkijk naar de wijze waarop de extra kosten beheersbaar worden gemaakt. CDA informeert naar risico’s die nu al bekend zijn, naar actuele ontwikkelingen en of er ergens nog majeure verschuivingen te verwachten zijn.
DS informeert naar de stand van zaken betreffende de inzet van de wijkregisseurs, de tiny forest in Boukoul en de ontwikkelingen inzake het voormalige V&D-pand. Tevens informeert DS naar de mogelijkheden om de inzet van Streetwise te verbreden naar de kernen en wijken.
VVD informeert of als gevolg van de overhevelingen capaciteitsproblemen kunnen ontstaan bij de organisatie, wat de stand van zaken is betreffende Godsweerdersingel 10 en naar de taken van de projectleider afval. Tevens informeert de VVD naar de oorzaak van de vertraging in de projecten Roerdelta 2 en 3, naar de consequenties ervan en of het Q-team nog leeft.
D66 informeert naar de impact van het overhevelen van gelden van de diverse posten en naar de voortgang van de planvorming betreffende Roerdelta. D66 merkt op dat de provincie trekker is geworden van de realisatie van het snelfietspad en informeert naar de mogelijke gevolgen voor het tijdpad.
SPR informeert naar de stand van zaken betreffende het slimme energienet, tiny forest, de keuze voor city steps en de dekking van de kosten voor de projectleider afval. Tevens oppert de SPR het idee om ondernemers die profijt hebben van een verlaging van het dam lateraal kanaal bij te laten dragen in de kosten van het project.
LVR merkt op dat de grootste afwijkingen allemaal in de ruimtelijke hoek zitten. LVR deelt mede dat bij programma 5 sprake is van grote verschillen en informeert of het college nog in control is op dit dossier. Tevens gaat de LVR in op het groot onderhoud tunnels, parkeerlocaties, Roerdelta en kwaliteiten nieuwe projectleider Roerdelta, afvalbeleid en lokale woonvisie. Ten aanzien van programma 6 en 7 spreekt de LVR een algemeen zorgpunt uit. Er zijn zoveel inhoudelijke wijzigingen genoteerd, dat de vraag rijst of de basis op orde is. Vervolgvraag is of de gelden doorgeschoven moeten worden of dat een nieuwe raad zich daar over moet gaan buigen.

Wethouder Waajen gaat in op de diverse vragen en opmerkingen. Zij gaat onder andere in op de ontwikkelingen in Elmpt, de opdracht van Streetwise, ontwikkelingen V&D-pand en de lokale woonvisie.

Wethouder Waajen deelt mede dat momenteel gewerkt wordt aan een raadsinformatiebrief betreffende Roerdelta waarin antwoord wordt gegeven op een groot aantal van de gestelde vragen. Wethouder Waajen streeft ernaar deze raadsinformatiebrief vóór de komende raadsvergadering van 16 december a.s. te doen toekomen.

Wethouder Waajen zegt toe om op de groene flap de genoemde bedragen betreffende kermissen (6.3.1) verder uit te splitsen en de tekst betreffende onderzoeksopdracht RIC te corrigeren.

LVR deelt mede dat Tonk-gelden zijn bestemd voor ondernemers die in de problemen zitten. Wethouder Waajen zegt op de groene flap te laten vermelden hoe het kan dat voorgesteld wordt om een bedrag van € 842.453 aan Tonk-middelen (pagina 110) over te hevelen terwijl in de beantwoording van een overige vraag hierover (d.d. 12 april jl.) is medegedeeld dat de door de landelijke overheid uitgekeerde Tonk-gelden zijn geoormerkt.

Ook wethouder Evers gaat in op de diverse vragen en opmerkingen. Hij deelt mede dat deze Burap goed weergeeft welk traject is ingegaan. De Burap is open, transparant en inzichtelijk. Tevens gaat hij onder andere in op Godsweerdersingel 10, het slimme energienet Roermond, city steps, aanleg snelfietspad, wijk- en kernenbeleid en de inzet van wijkregisseurs, problematiek trillingshinder en de contacten met RWS. Hij deelt mede dat de locatie van de tiny forest in Boukoul inmiddels is bepaald en dat in januari daarover gecommuniceerd wordt met de buurt.

Wethouder Evers gaat tevens in op alle vragen betreffende het afvalbeleid en zegt toe op de groene flap te vermelden op welke wijze de projectleider afval gefinancierd wordt

De commissie acht dit stuk rijp voor behandeling in de raad. Agendering als bespreekstuk.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, VVD, SP en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
LVR is van mening dat de wethouders alsnog een gesprek moeten aangaan met de bewoners van de minister Bongaertsstraat. Het feit dat de bewoners niet serieus worden genomen leidt tot juridisering. LVR informeert naar de huidige stand van zaken betreffende sloop en de procedure bij de raad van state.
LVR informeert of er een nieuwe overeenkomst is gesloten met Nautilus en hoe het staat met het overleg met Helenawerf.
VVD gaat ervan uit dat zowel Nautilus als Helenawerf een fatsoenlijk perspectief wordt geboden en is benieuwd naar de horizon waar op wordt gekoerst. VVD gaat ervan uit dat er een document wordt aangeboden waarover door de raad breed van gedachten kan worden gewisseld.
VVD en GL informeren of voor het verbeteren van de energielabels samen met de RUD wordt opgetrokken. En zo ja, op welke wijze vindt dan het toezicht en de communicatie plaats.
SPR is benieuwd naar de plannen voor Nautilus.
SP staat achter de vraag van bewoners voor het beschermen van de Oostenrijkse huizen en zal de vinger aan de pols houden.

In reactie op de gestelde vragen en opmerkingen deelt wethouder wethouder Waajen onder andere mede dat de sloopwerkzaamheden bij de minister Bongaertsstraat nagenoeg zijn afgerond. Pas als de procedure bij de raad van state is afgerond, waarschijnlijk zomer 2022, wordt pas gestart met de bouw. Wethouder Waajen heeft kennis genomen van de brief van Nautilus waarin geen zaken aan de orde zijn gesteld die niet al eerder bekend waren. Zij merkt op dat er geen toezeggingen zijn gedaan over de verdeling van de ligplaatsen.

Wethouder Evers deelt mede dat de zaak betreffende de Pater Bleyslaan in behandeling is door de commissie bezwaarschriften. Op basis van het advies zal het college een standpunt innemen. Pas als er een aanvraag komt voor het toekennen van een soort van monumentale status voor de Oostenrijkse woningen, wordt deze in behandeling genomen en getoetst aan de grondslagen. Verder deelt wethouder Evers mede voornemens te zijn om binnenkort in overleg te gaan met het RUD over de verplichte energielabels en de wijze waarop dit aan te pakken.