Cie RU

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, DS, VVD, D66, SP en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
CDA merkt op dat in het voorstel geen bedragen worden genoemd en verzoekt meer duidelijkheid te verkrijgen over de financiën. CDA informeert welke risico’s het voorstel in het algemeen met zich meebrengt en op welke wijze de inwoners erbij worden betrokken nadat het voorstel is aangenomen door de raad.

DS deelt mede dat nu een passief grondbeleid wordt gevoerd en informeert of het voornemen is om ook daadwerkelijk als gemeente initiatieven te gaan ontwikkelen. DS informeert welke aanpassingen in het grondbeleid nu beslist noodzakelijk zijn in relatie tot de komst van de omgevingswet en wat deze nota concreet betekent voor het tegengaan van de leegstand in de binnenstad.
DS merkt op dat er verwezen wordt naar een budget maar dat er geen bedrag bij staat. DS informeert of door het plannen wel voldoende ruimte overblijft om in te spelen op actuele marktontwikkelingen en voor zowel de grote als de kleine projecten.

VVD plaatst vraagtekens bij de situatie tot op heden, waarom is men nu niet in control. VVD merkt op dat er risico’s kleven aan een stevige grondpositie en vindt de risico’s onvoldoende terug in de voorliggende nota. VVD informeert of het college wel in staat is om de consequenties van de nieuwe invalshoek waar te maken met het oog op de ambtelijke capaciteit. Verder merkt de VVD op dat de toekomst niet is te programmeren en het van belang is om flexibiliteit te behouden.
VVD merkt op dat bedragen ontbreken. VVD is van mening dat als er structureel middelen nodig zijn, het besluit niet goed is geformuleerd. Het is een verkeerd signaal om beleid vast te stellen zonder financiële onderbouwing.

D66 merkt op dat de omgevingsvisie een essentieel document is voor deze nota grondbeleid en dat er ook een samenhang is met de evaluatie van de parkeernormen. D66 spreekt dan ook de hoop uit dat deze documenten binnenkort aan de commissie worden voorgelegd. D66 merkt op dat wordt gesproken over een privaatrechtelijk en een publiekrechtelijk kostenverhaal en beide hebben haken en ogen. D66 informeert waar de voorkeur naar uit gaat.

SP merkt op dat integraal denken voorop moet staan. De omgevingswet komt er ook nog eens bij en het is burgerparticipatie dat het complexer maakt. SP informeert op welke wijze de gemeente dit oppakt en merkt op dat communicatie van groot belang is. Verder deelt SP mede dat niet alleen overleg met de ‘grote jongens’ moet plaatsvinden maar ook met de kleinere belanghebbenden.

SPR wijst op de komst van de omgevingswet. SPR informeert of de gemeente van plan is om gronden aan te kopen en of er is geleerd van slechte ervaringen uit het verleden.

LVR merkt op in het verleden veel gemeenten te hebben gezien die in de problemen zijn gekomen door een te actief grondbeleid. LVR informeert naar het doel van een bestuurlijk afwegingskader en informeert of het de slagkracht en daadkracht ten goede komt. Tevens informeert LVR naar de algemene risico’s, de rol en positie van de raad met het oog op deze nota of het werken met een intentieovereenkomst vertragend kan werken en of daar voldoende ambtelijke capaciteit voor is.
LVR merkt op dat de behandeling van twee belangrijke documenten voor deze nota, te weten de omgevingsvisie en de nota parkeernormen, naar een later tijdstip zijn doorgeschoven. Tevens merkt de LVR op dat in de financiële paragraaf geen bedrag is opgenomen en dat in het geval de gevraagde reserve gevuld wordt door gelden die onder normale omstandigheden terugvloeien in de algemene reserve, dit dus consequenties heeft voor de hoogte van deze algemene reserve.

GL informeert wat deze nota betekent voor de personele inzet binnen de gemeente Roermond. GL merkt op dat een voorschot wordt gevraagd voor de inzet van ambtelijke uren en informeert wat de gevolgen hiervoor zijn als de initiatiefnemer zich terugtrekt. GL ondersteunt het voorstel om de bijdrage bovenwijkse voorzieningen te verhogen van €5 naar €10. Deze bijdrage was aan herziening toe en het is ten gunste van de gehele gemeente Roermond. GL merkt op dat door structureel een budget op te nemen in de begroting nu ingesprongen kan worden op ontwikkelingen in de toekomst.

Wethouder Waajen geeft eerst een algemene toelichting op het voorstel waarna ze in gaat op de vragen en opmerkingen. Zij gaat onder andere in op het risicoprofiel, relatie met de omgevingsvisie, kosten van de bovenwijkse voorzieningen, reststroken en het verbeteren van de positie van de raad door het vier keer per jaar rapporteren. Zij merkt tevens op dat niet van faciliterend naar actief grondbeleid wordt overgegaan, alleen dat er soms momenten zijn dat actief grondbeleid moet kunnen worden toegepast.

Wethouder Waajen deelt mede dat deze nota voorziet in een planning voor een ruimtelijk economische opgave, er dienen keuzes gemaakt te worden. Dit planmatig werken creëert duidelijkheid en levert geen vertraging op.
Wethouder Waajen merkt op momenteel met een aantal projecten niet vooruit te kunnen omdat er geen middelen voor zijn gereserveerd. Zij merkt op dat het goed zou zijn om twee jaar €200.000 te reserveren voor regie-faciliterend grondbeleid en dit aan het einde van deze twee jaar te evalueren. In het voorstel is inderdaad geen bedrag opgenomen, wel de systematiek voor de vorming van deze reserve.

De heer Claessen geeft onder andere een toelichting op het privaatrechtelijke en publiekrechtelijke kostenverhaal en de wijze waarop de voorgestelde bijdrage van de bovenwijkse voorzieningen tot stand is gekomen.