Cie RU

De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Op verzoek van de heer Franssen wordt besloten om agendapunt 10 en 11 om te wisselen

De voorraadagenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Wethouder Evers gaat in op de constatering van de heer Franssen dat voor de zomer niet meer over het beleidsplan parkeren wordt gesproken.

De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld.

Er zijn geen vragen of opmerkingen binnengekomen.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, DS, VVD, D66, SP en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
LVR is ontevreden over de beantwoording door RKC en STEC en stelt diverse vragen over onder andere het nawoord, voorzienbaarheid, stichting Stadsherstel. Achteraf kan worden vastgesteld dat een diepgravend volwaardig onderzoek beter was geweest dan een quick scan in deze kwestie. LVR richt ook diverse vragen aan de wethouder, onder andere over de opsomming van oorzaken die aan de leegstand ten grondslag liggen, de aandacht voor andere centra, de raadswerkgroep en het belang van de structuurvisie wonen. LVR merkt op dat geen enkele ondernemer weet waar hij terecht kan binnen het ambtelijk apparaat in het kader van transformatie, dat een goede transformatie onmogelijk is zonder dat het parkeren goed opgelost wordt, dat de actualisatie van het horecabeleid weer opgepakt moet worden en dat winkels en horeca samen het hart van de binnenstad vormen. Zonder financiële middelen is het onhaalbaar om het probleem van de leegstand goed aan te pakken en bij dit college ontbreekt daadkracht.
CDA is met de LVR van mening dat deze quick scan iets te kort door de bocht is. De aanbevelingen uit deze rapportage verdienen alle aandacht maar het betreft een quick scan waaraan zware conclusies worden gehangen. CDA merkt op dat er grote uitdagingen liggen. Leegstand is één van de prioritaire onderwerpen; de implementatie kan dan ook niet tot het 4e kwartaal wachten. Als door diverse fracties het belang en de urgentie wordt onderschreven, moet het misschien een plek in de herstart worden gegeven zodat het duurzaam ingebed wordt.
VVD vindt het onderzoek een ‘te’ quick scan. Een deel van de beleidsdocumenten is verouderd, de integrale aanpak ontbreekt en het is meer een onderzoek naar de historie. VVD constateert dat er sprake is van stilstand. Er vinden te veel overleggen en gesprekken plaats, maar er is nog steeds geen gedocumenteerde basis voor het leegstandsbeleid. Tevens zijn er ook niet voldoende gelden beschikbaar voor het oplossen van de problemen. Het is aan het college om een oplossingsrichting aan te dragen.
SP ondersteunt de analyse van de LVR. Het is een quick quick scan met logische resultaten. De inzet van de gemeente ten aanzien van leegstand schiet te kort en is te weinig concreet. Tevens merkt de SP op dat er ook geld vrijgemaakt moet worden. SP merkt op dat leegstand ook mensen weerhoudt om naar de binnenstad te gaan en blijft pleiten voor flexibiliteit naar nieuwe en jonge ondernemers.
GL gaat in op het transformeren van de functies en de betekenis van wonen voor het doelgroepenbeleid. GL informeert welke maatregelen ter stimulering voor Roermond de juiste zijn. Nagegaan moet worden of deze maatregelen en instrumenten een positie dienen te verkrijgen in de omgevingswet. GL merkt op dat de markt dient te worden verleid door visie en uitgenodigd moet worden tot initiatieven. Er dient ingegrepen te worden bij stilstand.
DS deelt mede dat langs diverse tafels overleg wordt gepleegd over dit onderwerp en op welke wijze hieraan een positieve wending kan worden gegeven. Er moet gekeken worden naar wat bindt en verbindt. DS informeert wie aan het stuur zit om alle relevante partijen aan tafel te krijgen om uiteindelijk tot een constructief overleg te komen. Wie neemt het initiatief en gaat constructief meedenken om tot een oplossing te komen. DS informeert of deze rol voor de gemeente is weggelegd.
SPR merkt op dat het iets is van de lange adem en refereert naar een stickeractie in relatie tot leegstand. SPR merkt op dat middels motie 15M42 is opgeroepen om geen nieuwe winkelpanden te creëren als er voldoende zijn. SPR merkt op dat er nog steeds sprake is van leegstand, er geen visie is maar hap snap beleid is gevoerd en dat op korte termijn oplossingen en prioriteiten moeten worden voorgelegd. SPR informeert of we als Roermond een outletcenter zijn met een stad of een stad met een outletcenter.

De heer Janssen gaat in op de vragen die gericht zijn aan de RKC en gaat daarbij onder andere in op de keuze voor een quick scan, het proces en het nawoord. Door de heer Eringveld worden de vragen over het rapport van STEC beantwoord.

Wethouder Waajen gaat in op de diverse vragen en opmerkingen. Zij gaat onder andere in op de lokale woonvisie, horecabeleid, het ruimtelijk detailhandelsbeleid, de keuze voor de binnenstad als prioriteit nummer 1 met aandacht hebben en houden voor de wijken, de keuze voor clusters en het niet toevoegen van extra vierkante meters en stichting Stadsherstel. Wethouder Waajen herkent de oorzaken van de leegstand zoals genoemd in STEC rapport maar deze moeten in breed perspectief worden gezien, het is niet aan één oorzaak toe te kennen.
Wethouder merkt op, dat het onderwerp iedereen na het hart ligt. Ze ervaart het rapport als een hand in de rug, een erkenning van een grote opgave en in haar portefeuille is dit de belangrijkste opgave.
In reactie op een vraag van het CDA deelt zij mede wat daadwerkelijk nodig is aan capaciteit en financiële middelen om de aanbevelingen uit het rapport van de RKC te realiseren. Deze substantiële en langjarige middelen zitten echter niet in de programma’s. In reactie op een vraag van de VVD deelt wethouder Waajen mede dat het opdracht geven aan het college (conform punt 2 van het besluit) zonder extra middelen weinig zinvol is. Mogelijkheid is om het uitvoeringsplan (zoals vermeld bij punt 3 van het besluit) reeds in 3e kwartaal voor te leggen, zodat deze meegenomen kan worden bij de begrotingsbehandeling.

Wethouder Waajen zegt toe op de groene flap een reactie te verzorgen op een aantal vragen die in eerste instantie door de LVR aan de RKC zijn voorgelegd maar waarop de LVR nu ook graag een antwoord van het college wil verkrijgen. Het betreft de vragen 2, 5, 20, 23, 27 en 28.

De commissie acht dit stuk rijp voor behandeling in de raad. Agendering als bespreekstuk.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, VVD en D66.

VVD is van mening dat voor de duidelijkheid het mandaatbesluit in een afzonderlijk raadsbesluit moet worden voorgelegd aan de raad. VVD kan instemmen met de inhoud maar wil graag twee aparte raadsbesluiten voor de punten 1 en 2. D66, CDA, GL en LVR sluiten zich aan bij de woordvoering van de VVD.

Mevrouw Schrijnemaekers deelt mede dat geen probleem is om het voorliggende besluit te splitsen in twee afzonderlijk besluiten.

De commissie acht dit stuk rijp voor behandeling in de raad. Agendering als hamerstuk.

Woordvoering vindt plaats door de vertegenwoordiger van LVR, GL, CDA, DS, VVD, D66, SP en SPR.

Enkele door de verschillende fracties gemaakte opmerkingen zijn:
CDA is van mening dat het plan nu een extra impuls heeft gekregen, waar ruimte in is voor mens, dier en natuur. CCA merkt op dat de Eindstraat, één van de ontsluitingswegen, een redelijk smal weggetje is en informeert of er aanvullende infrastructurele ingrepen zijn gepland. Tevens informeert CDA of overwogen is om (een deel van) de aangrenzende sportaccommodatie bij het plangebied te betrekken.
DS merkt op dat het plan een lange aanloopgeschiedenis heeft en de ambities hoog zijn. DS deelt mede met de werkgroep Melickerveld door het gebied te hebben gewandeld, waarbij diverse goede suggesties naar voren zijn gebracht. Om geen goede inbreng verloren te laten gaan en het van belang is om draagvlak te creëren, verzoekt DS om een fysiek overleg te organiseren met de werkgroep Melickerveld. DS wil graag nog een keer van gedachten wisselen over de vraag wanneer een burgerparticipatietraject als geslaagd kan worden bestempeld.
VVD merkt op dat het werken met een nieuwe groep adviseurs heeft geleid tot een beter plan. VVD deelt mede dat het gebruik van verschillende termen wellicht een stuk begripsverwarring veroorzaakt en verzoekt een uniform begrippenkader te hanteren. VVD informeert naar de juiste volgorde van de diverse processen, wanneer de commissie en de raad weer aan zet zijn en de financiële gevolgen.
VVD merkt op dat in raadsvoorstel staat vermeld dat de realiseringsovereenkomst nog moet worden aangepast aan de realiteit en informeert wat dat betekent voor de onderhandelingspositie van de gemeente. VVD is van mening dat de gemeente de rol van regisseur dient te vervullen en daar waar een burger onzeker is, de burger van raad en advies te dienen.
D66 staat positief tegenover het plan, deelt mede dat het een prachtig geomorfologisch gebied is waar ook een leidingstraat doorheen loopt. Momenteel is het een maïsakker, als er huizen worden gebouwd is dat beter voor de natuur.
D66 merkt op dat onder andere de bouw van de appartementen een probleem vormt voor de omwonenden. Door meer gestapelde bouw is er echter meer grond beschikbaar op straatniveau en dit heeft dus ook voordelen; daardoor kan er een betere indeling van de groene ruimte plaatsvinden. D66 merkt op dat straks in het kader van de omgevingswet de gemeente duidelijke eisen moet gaan stellen hoe een projectontwikkelaar omwonenden bij de planvorming betrekt.
SP merkt op dat het een lang traject is, maar dat is niet altijd slecht. Het plan biedt nu mogelijkheden. SP is van mening dat van de gemeente mag worden verwacht dat er een duidelijke visie naar voren wordt gebracht. SP spreekt de hoop uit dat het plan tot meer natuur en inclusiviteit leidt en informeert naar de verhouding tussen koop, huur en sociale huur. Tevens informeert SP naar het voorzieningenniveau, het parkeren en de wijze van ontsluiting van het gebied.
SPR merkt op dat 468 woningen op een klein stukje grond worden gebouwd voor de happy few en informeert naar het aantal sociale huurwoningen. SPR deelt mede dat het plaatje heel mooi is maar spreekt haar twijfels uit of het ook werkelijk zo wordt gerealiseerd. SPR merkt op dat twee parkeerplekken per huis niet rijmen met een fietsvriendelijke stad en is van mening dat er inbreiding plaats moet vinden in plaats van uitbreiding.
GL is tegen uitbreiding en voor inbreiding en is voorstander van de bouw van grondgebonden woningen in kleine kernen. GL merkt op dat met het oog op de stikstofproblematiek het verdwijnen van de landbouw dan wel een verrijking mag zijn, maar dat er ook een toename van het aantal verkeerbewegingen tegenover staat. GL informeert wie al het collectieve groen gaat onderhouden. GL merkt op dat er een plan met onder andere woningbouw is bijgekomen waar geen rekening mee is gehouden, namelijk het Philipsterrein. Er dient dan ook nagegaan te worden of er wel behoefte is aan de bouw van deze woningen in het Melickerveld en of deze niet op een andere plek kunnen worden gerealiseerd. GL is tegen het bouwen op deze plek, maar als er een meerderheid is voor het plan, zal GL constructief meedenken.
LVR merkt op dat dit gebied altijd al bestemd was voor wonen. LVR is voorstander van woningbouw en daarom dan ook voorstander van Melickerveld. Het plan is door de tijd heen verbeterd. LVR verzoekt om ook de randen van het gebied bij de verdere planvorming te betrekken en vraagt aandacht voor de ontsluiting. Tevens verzoek LVR om een specificatie van het genoemde bedrag van 1,5 miljoen euro. LVR is van mening dat de wijze waarop de communicatie en participatie is gepresenteerd, een compliment verdient.

Wethouder Waajen gaat in op de diverse vragen en opmerkingen. Zij gaat onder andere in op de financiële consequenties, de parkeernormen, de relatie met Roerdalen en de rol van de gemeente ten opzichte van de burgers in het informatie- en participatietraject. Zij deelt mede dat het voorliggende plan al lang binnen rode contouren is gelegen is en het daarom geen uitbreidingslocatie betreft.

In reactie op een opmerking van DS over burgerparticipatie deelt wethouder Waajen mede dat nu wordt gehandeld in de geest van de omgevingswet maar dat de raad in dat kader te zijner tijd een nadere uitspraak over dit onderwerp moet doen.

Wethouder Waajen zegt toe de ontwikkelaar te verzoeken om fysiek in gesprek te gaan met de werkgroep Melickerveld.

Mevrouw De Wild gaat onder andere in op de participatietraject en de verslaglegging ervan, het onderhoud van het groen, gebruik van de termen, het verdere proces, het verkeersonderzoek, verdeling (sociale) huur- en koopwoningen. Zij deelt tevens mede het genoemde bedrag van 1,5 miljoen bestaat uit €600.000 voor het inbrengen van gemeentelijk percelen en €900.000 voor de ambtelijke kosten en bovenwijkse voorzieningen.

Wethouder Waajen deelt mede dat Leigraaf een excursie wil organiseren voor raad, commissie en andere stakeholders en een aantal referentieprojecten wil gaan bezoeken. De informatie over deze excursie wordt deze week nog doorgezet door de griffie.
De commissie acht dit stuk rijp voor behandeling in de raad. Agendering als bespreekstuk.

Vanwege tijdgebrek op 23 juni 2021 wordt behandeling van dit onderwerp doorgeschoven naar 28 juni 2021.

Vanwege tijdgebrek op 23 juni 2021 wordt behandeling van dit onderwerp doorgeschoven naar 28 juni 2021.

Vanwege tijdgebrek op 23 juni 2021 wordt behandeling van dit onderwerp doorgeschoven naar 28 juni 2021.

Vanwege tijdgebrek op 23 juni 2021 wordt behandeling van dit onderwerp doorgeschoven naar 28 juni 2021.

Vanwege tijdgebrek op 23 juni 2021 wordt behandeling van dit onderwerp doorgeschoven naar 28 juni 2021.

Vanwege tijdgebrek op 23 juni 2021 wordt behandeling van dit onderwerp doorgeschoven naar 28 juni 2021.